Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 oktober 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X, gevestigd te Z, tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden. De zaak betreft een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, alsook een boetebeschikking die aan de belastingplichtige was opgelegd. De uitspraak van het Gerechtshof, gedateerd op 13 maart 2012, had betrekking op de vraag of de navorderingsaanslag terecht was opgelegd en of de boete gerechtvaardigd was. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). Dit artikel stelt de Hoge Raad in staat om zonder inhoudelijke behandeling van de zaak uitspraak te doen, indien het beroep niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad heeft in deze uitspraak de overwegingen van het Gerechtshof bevestigd en de cassatie verworpen, waarmee de eerdere beslissing in stand bleef. Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de toepassing van de regels rondom navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen in het belastingrecht verduidelijkt.