ECLI:NL:HR:2012:BX9022
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A.H.T. Heisterkamp
- M.A. Loth
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 november 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [verzoeker] tegen de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Immigratie- en Naturalisatiedienst. De zaak betreft een verzoek tot cassatie tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 9 juni 2011, waarin de rechtbank een beslissing had genomen in het kader van de toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname. De Hoge Raad verwijst naar de beschikking van de rechtbank en het cassatierekest dat aan de beschikking is gehecht. De advocaat van verzoeker, mr. L.C. Blok, heeft het cassatieberoep ingesteld, terwijl de Staat geen verweerschrift heeft ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas was om het cassatieberoep te verwerpen.
De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beslissing van de Hoge Raad is dat het beroep wordt verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.