ECLI:NL:HR:2012:BX8498
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatie over profijtontneming en afschrijvingskosten in strafrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 november 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende profijtontneming. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, ingesteld tegen een betrokkene die op dat moment gedetineerd was. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel en de hoogte van de opgelegde betalingsverplichting. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte de afschrijvingskosten van € 200,- niet had meegenomen in de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Hierdoor was het bedrag waarop het voordeel werd geschat te hoog vastgesteld. De Hoge Raad heeft het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 13.308,35 en de verplichting tot betaling aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel verlaagd naar € 6.654,-. De overige middelen van cassatie werden verworpen, omdat deze niet leidden tot cassatie en geen nadere motivering vereisten. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige berekeningen bij profijtontneming en de noodzaak om alle relevante kosten in aanmerking te nemen.