ECLI:NL:HR:2012:BX8441
Hoge Raad
- Cassatie
- C.A. Streefkerk
- A.H.T. Heisterkamp
- M.A. Loth
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over persvrijheid en onrechtmatige televisie-uitzending
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 november 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Pretium Telecom B.V. en de Omroepvereniging VARA. De zaak betreft een kort geding dat draait om de vraag of een televisie-uitzending van de VARA onrechtmatig was, met betrekking tot de persvrijheid en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Pretium had eerder in feitelijke instanties, waaronder de voorzieningenrechter te 's-Gravenhage en het gerechtshof te 's-Gravenhage, verloren. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen en arresten die aan deze zaak ten grondslag liggen, waaronder de vonnissen van 18 juni en 29 juni 2009 en de arresten van 18 augustus 2009, 27 oktober 2009 en 12 januari 2010.
De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die door Pretium in het cassatieberoep zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt Pretium in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van VARA zijn begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de eerdere beslissingen van de lagere rechters en onderstreept de grenzen van de persvrijheid in relatie tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De zaak is van belang voor de rechtsontwikkeling op het gebied van mediarecht en de afweging tussen vrijheid van meningsuiting en privacy.