ECLI:NL:HR:2012:BX8142

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/00314
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van het onderzoek door ontbreken pleitnota in hoger beroep

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 november 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een beroep in cassatie ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. C.W. Noorduyn. De kern van het geschil draait om het ontbreken van de pleitnota die door de raadsman van de verdachte tijdens de terechtzitting in hoger beroep is overgelegd. Dit gebrek heeft geleid tot de conclusie dat het onderzoek ter terechtzitting nietig is, omdat niet kan worden vastgesteld of er meer verweren zijn gevoerd dan in de bestreden uitspraak zijn genoemd. De Advocaat-Generaal Silvis had geconcludeerd tot vernietiging van het arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof.

De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het ontbreken van de pleitnota zozeer in strijd is met een behoorlijke procesorde dat dit onherstelbaar is. Hierdoor is de uitspraak van het Gerechtshof nietig verklaard. De Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht op het bestaande hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van een volledige procesvoering en de noodzaak om alle relevante stukken in het geding te hebben, om zo een eerlijke en zorgvuldige rechtsgang te waarborgen.

De beslissing van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de noodzaak onderstreept van zorgvuldige documentatie en het belang van het beschikbaar hebben van alle processtukken voor een goede rechtsgang. Dit arrest bevestigt dat het ontbreken van essentiële stukken kan leiden tot nietigheid van het onderzoek en de daaropvolgende uitspraak.

Uitspraak

6 november 2012
Strafkamer
nr. S 10/00314
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 22 juni 2010, nummer 20/001112-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. C.W. Noorduyn, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch teneinde op het bestaande beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het derde middel
2.1. Het middel behelst de klacht dat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 8 juni 2010 en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak nietig zijn, aangezien de door de raadsman bij die gelegenheid aan het Hof overgelegde pleitnota zich niet bij de stukken van het geding bevindt.
2.2. Blijkens het proces-verbaal van voormelde terechtzitting heeft de raadsman van de verdachte het woord tot verdediging gevoerd. Dit proces-verbaal houdt daaromtrent in:
"De raadsman pleit overeenkomstig de inhoud van de door hem aan het hof overgelegde pleitnota, welke aan dit proces-verbaal is gehecht en als hier herhaald en ingelast wordt beschouwd."
2.3. De in genoemd proces-verbaal vermelde pleitnota ontbreekt bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken. Naar aanleiding van een door de raadsvrouwe op de voet van art. IV lid 3 van het Procesreglement van de Strafkamer van de Hoge Raad 2008 gedaan verzoek is bij het Hof nadere informatie ingewonnen. Op grond daarvan moet worden aangenomen dat die pleitnota niet meer beschikbaar zal komen.
2.4. Nu bedoelde pleitnota ontbreekt, valt niet na te gaan of ter terechtzitting meer verweren zijn gevoerd dan wel of aldaar meer uitdrukkelijk onderbouwde standpunten naar voren zijn gebracht dan de in de bestreden uitspraak genoemde. Dit verzuim strijdt zozeer met een behoorlijke procesorde dat het, nu het onherstelbaar is, nietigheid van het onderzoek en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak meebrengt.
2.5. Het middel is gegrond.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, de overige middelen geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en N. Jörg, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 6 november 2012.