ECLI:NL:HR:2012:BX7851
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Bodemrecht en financial lease: eigendomsrechten bij beslaglegging door de Ontvanger
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 november 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen ABN AMRO Lease N.V. en de Ontvanger der Belastingdienst/Oost-Brabant. De zaak betreft de vraag of de Ontvanger rechtmatig beslag heeft gelegd op machines die in gebruik waren bij Malatex Fiber Recycling B.V., een dochteronderneming van Wafim Holding B.V. en Dutch Polymer Supplies B.V. De machines waren in lease gegeven aan Malatex door ABN AMRO Lease. De leaseovereenkomst werd beëindigd door ABN AMRO Lease vanwege betalingsproblemen, maar de machines waren nog steeds in het bedrijfspand van Wafim aanwezig op het moment van beslaglegging door de Ontvanger.
De Hoge Raad oordeelde dat het bodemrecht van de Ontvanger, zoals vastgelegd in artikel 22 lid 3 van de Invorderingswet 1990, zich uitstrekt tot de in beslag genomen machines. Dit recht stelt de Ontvanger in staat om zich te verhalen op de in beslag genomen zaken, ongeacht eventuele rechten van derden, zolang deze zaken zich op de bodem van de belastingschuldige bevinden. De Hoge Raad bevestigde dat de beëindiging van de leaseovereenkomst door ABN AMRO Lease niet voldoende was om haar rechten als leasegever te laten prevaleren boven het bodemrecht van de Ontvanger.
De Hoge Raad verwierp het principale beroep van ABN AMRO Lease en oordeelde dat de Ontvanger rechtmatig heeft gehandeld door beslag te leggen op de machines. De kosten van het geding in cassatie werden aan ABN AMRO Lease opgelegd, die deze moest vergoeden aan de Ontvanger. Dit arrest benadrukt de reikwijdte van het bodemrecht in relatie tot financial lease en de bescherming van de rechten van de Ontvanger in het geval van beslaglegging op zaken die in gebruik zijn bij een belastingschuldige.