ECLI:NL:HR:2012:BX7850
Hoge Raad
- Cassatie
- C.A. Streefkerk
- M.A. Loth
- M.V. Polak
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen eindarrest van het gerechtshof Arnhem inzake bewijs door handschriftdeskundige
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 november 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. K. Aantjes, heeft cassatie ingesteld tegen het eindarrest van het gerechtshof Arnhem. Dit eindarrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Almelo en een tussenarrest van het hof. De zaak betreft een geschil tussen eiser en de verweerder, Direktbank N.V., die niet verschenen was in de cassatieprocedure. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen en arresten die aan deze zaak ten grondslag liggen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas was om het cassatieberoep te verwerpen op basis van artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en het beroep verworpen. Tevens is eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Direktbank op nihil zijn begroot. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden en dat een nadere motivering niet nodig was, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven, en de uitspraak is van belang voor de rechtsontwikkeling met betrekking tot de medewerkingsplicht in bewijsprocedures.