ECLI:NL:HR:2012:BX7818
Hoge Raad
- Cassatie
- Hoge Raad der Nederlanden
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake inkomstenbelasting en heffingsrente
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 september 2012 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie van X, die thans zonder vaste woon- of verblijfplaats is. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, gedateerd 13 maart 2012, met nummer BK 11/00165. De kwestie betrof de aan belanghebbende opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2006, alsook de beschikking inzake heffingsrente die daarbij was gegeven. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de Hoge Raad niet ingaat op de inhoudelijke bezwaren van de belanghebbende tegen de eerdere uitspraak van het Gerechtshof. Dit kan verschillende redenen hebben, zoals het niet voldoen aan bepaalde procesuele vereisten of het niet tijdig indienen van het beroep. De uitspraak van de Hoge Raad heeft daarmee gevolgen voor de rechtspositie van de belanghebbende, die nu gebonden is aan de beslissing van het Gerechtshof. De zaak illustreert de strikte eisen die de Hoge Raad stelt aan de ontvankelijkheid van cassatieberoepen, vooral in belastingzaken.