ECLI:NL:HR:2012:BX7595

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/01198
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevordering wegens schending zorgplicht werkgever

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 oktober 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een geschil over een schadevordering wegens schending van de zorgplicht door de werkgever, zoals vastgelegd in artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek. De eiseres, wonende te [woonplaats], had beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof te Amsterdam, die eerder in de zaak hadden geoordeeld. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen en arresten die aan deze zaak ten grondslag liggen, waaronder een vonnis van de kantonrechter te Den Helder van 20 juli 2006 en meerdere arresten van het gerechtshof van 10 februari 2009, 16 februari 2010, 1 maart 2011 en 1 november 2011.

De advocaat-generaal J. Spier had geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel naar voren waren gebracht, niet konden leiden tot cassatie. Dit was in overeenstemming met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft de eiseres in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die tot op dat moment aan de zijde van de verweerder, Asito, waren begroot op € 799,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.

Uitspraak

19 oktober 2012
Eerste Kamer
12/01198
EE/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaten: mr. L. van den Eshof en mr. M.P. Terwindt,
t e g e n
ASITO DEN HELDER B.V.,
gevestigd te Almelo,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M.E. Franke.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en Asito.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 197468 CV EXPL 05-2687 van de kantonrechter te Den Helder van 20 juli 2006;
b. de arresten in de zaak 106.005.776/01 (rolnummer 06/1674) van het gerechtshof te Amsterdam van 10 februari 2009, 16 februari 2010, 1 maart 2011 en 1 november 2011.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de arresten van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Asito heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het cassatieberoep met toepassing van art. 81 RO.
De advocaat van [eiseres] heeft bij brief van 21 september 2012 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Asito begroot op € 799,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 19 oktober 2012.