ECLI:NL:HR:2012:BX7483

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/04384
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg concurrentiebeding in overeenkomst tot overname aandelen volgens de Haviltex-maatstaf

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om de uitleg van een concurrentiebeding in een overeenkomst tot overname van aandelen. De eiseres, VURDI B.V., gevestigd te Nijmegen, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Dit arrest volgde op een vonnis van de rechtbank Breda. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere uitspraken en de stukken die aan de zaak zijn gehecht. De advocaat van VURDI, mr. K.G.W. van Oven, heeft de zaak toegelicht, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door mr. G.R. den Dekker en mr. T. Raats. De Advocaat-Generaal, L. Timmerman, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, met toepassing van artikel 81 lid 1 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO). De Hoge Raad heeft het beroep van VURDI verworpen en de kosten van het geding in cassatie aan VURDI opgelegd, begroot op € 365,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het middel zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden, en dat dit geen nadere motivering behoeft, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

26 oktober 2012
Eerste Kamer
11/04384
EE/EP
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
VURDI B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. K.G.W. van Oven,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. G.R. den Dekker.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Vurdi en [verweerder].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 200667/HA ZA 09-374 van de rechtbank Breda van 7 april 2010;
b. het arrest in de zaak 200.067.809/01 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 14 juni 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Vurdi beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor Vurdi toegelicht door mr. J.H.M. van Swaaij, advocaat te Arnhem, en voor [verweerder] door zijn advocaat en mr. T. Raats, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Vurdi in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 365,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 26 oktober 2012.