ECLI:NL:HR:2012:BX7460

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/05159
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over ontheffing ouderlijk gezag in familierechtelijke context

In deze zaak, die op 26 oktober 2012 door de Hoge Raad der Nederlanden werd behandeld, gaat het om een verzoek tot cassatie van twee ouders tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De ouders, aangeduid als verzoekers, hebben beroep ingesteld tegen de beschikking van het hof, waarin ontheffing van het ouderlijk gezag aan de Raad voor de Kinderbescherming was verleend. De Raad voor de Kinderbescherming, als verweerder in cassatie, is niet verschenen in deze procedure. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank 's-Hertogenbosch en het gerechtshof, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De conclusie van de Advocaat-Generaal, F.F. Langemeijer, was om het beroep te verwerpen. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. Volgens artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) was er geen noodzaak voor nadere motivering, omdat de klachten niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen, wat betekent dat de beschikking van het hof in stand blijft. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, en de beslissing is genomen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp en M.A. Loth.

Uitspraak

26 oktober 2012
Eerste Kamer
11/05159
EE/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
1. [Verzoeker 1],
2. [Verzoekster 2],
beiden wonende te [woonplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. P. Garretsen, thans mr. K. Aantjes,
t e g e n
DE RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING,
gevestigd te Eindhoven,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de ouders en de Raad.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak 219276/FA RK 10-5679 van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 18 februari 2011;
b. de beschikking in de zaak 200.086.357/01 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 23 augustus 2011.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof hebben de ouders beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Raad heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en M.A. Loth, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 26 oktober 2012.