ECLI:NL:HR:2012:BX7168
Hoge Raad
- Cassatie
- H. Beukenhorst
- M. de Vries
- P. van der Meer
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing bij gemengd gebruik van onroerend goed door ondernemer
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 juli 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de belastingheffing voor een ondernemer die een pand heeft laten bouwen. De belanghebbende, die als ondernemer wordt aangemerkt volgens de Wet op de omzetbelasting 1968, heeft in juni 2008 een bouwkavel geleverd gekregen en daarop een woning laten bouwen. Dit pand was bedoeld voor zowel zakelijke als privédoeleinden. De belanghebbende heeft het pand volledig als ondernemingsvermogen geclassificeerd. Op 3 augustus 2009 is het pand in gebruik genomen. Het is vastgesteld dat het pand voor 17,5% zakelijk en voor 82,5% privé wordt gebruikt. Dit privégebruik wordt aangemerkt als een belastbare dienst volgens artikel 4, lid 2, onderdeel a, van de Wet op de omzetbelasting 1968. De maatstaf van heffing voor dit privégebruik is vastgesteld op 10% van de kosten die zijn gemaakt voor de vervaardiging van het pand, zoals geregeld in artikel 5a van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968. De Hoge Raad heeft in deze uitspraak de relevante juridische kaders en de toepassing daarvan op de specifieke situatie van de belanghebbende besproken, waarbij de verhouding tussen zakelijk en privégebruik van onroerend goed centraal stond. De uitspraak biedt belangrijke inzichten in de belastingheffing voor ondernemers die onroerend goed voor gemengde doeleinden gebruiken.