2.2. De bestreden beschikking houdt het volgende in:
"Beoordeling
Vast is komen te staan, dat bedoelde personenauto op 18 mei 2010 op rechtmatige wijze onder klaagster in beslag is genomen en dat het beslag nog voortduurt.
Namens klaagster is er onder meer op gewezen, dat er voor het voortduren van het beslag op die auto geen rechtsgeldige titel (meer) is. Zoals op 25 augustus 2011 al in raadkamer is aangevoerd blijkt uit het dossier niet van een verzoek tot verlenging van de termijn van beperking van eigendomsrechten, welke termijn is ingegaan op 18 mei 2010 of 7 juni 2010, dan wel van een hiertoe benodigd nieuw verzoek tot rechtshulp.
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het niet aan de Nederlandse rechter is om het in Litouwen gelegde beslag te controleren en toetsen, gelet op het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Indien de rechtbank hier anders over oordeelt, stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat de verlenging van de tijdelijke beperking van eigendomsrechten, op grond van artikel 151, lid 6, van het Wetboek van Strafvordering van de Republiek Litouwen, iedere keer op haar schriftelijk verzoek heeft plaatsgevonden. Hier voegt de officier van justitie aan toe dat, gelet op de aard van het feit, waarvan klaagster wordt verdacht, te weten witwassen, de verlengingen onbeperkt waren gevorderd en verleend. De officier van justitie legt een door haar aan het parket in Litouwen gericht verzoek van 11 november 2010 en een in het Litouws opgesteld stuk over, betreffende de beslissing van Litouwen hieromtrent.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat in het onderhavige geval niet alleen het interstatelijke vertrouwensbeginsel in het geding is, nu voor het voortduren van de beperkingen van het eigendomsrecht van klaagster gelet op de desbetreffende bepalingen in het Wetboek van Strafvordering van Litouwen ook van de zijde van het Nederlandse openbaar ministerie handelingen daartoe zijn vereist.
De rechtbank overweegt voorts dat op grond van artikel 151, lid 7, van het Wetboek van Strafvordering van de Republiek Litouwen bij strafzaken van ernstige of zeer ernstige aard het aantal verlengingen voor een tijdelijke beperking van eigendomsrechten onbeperkt is. Voor het verlengen van een reeds toegestane termijn van beperkingen moet echter van de zijde van het openbaar ministerie tijdig een nieuw verzoek tot rechtshulp worden ingediend. Daarvan is in onderhavig geval niet gebleken. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie slechts een door haar opgesteld schriftelijk verzoek tot verlenging gedateerd 11 november 2010 over gelegd, in het dossier bevinden zich verder geen andere (rechtshulp)verzoeken.
Gelet op de gemotiveerde betwisting door de verdediging van de rechtsgeldigheid van de beperking van het eigendomsrecht op de auto van klaagster had het op de weg van de officier van justitie gelegen genoegzaam aan te tonen dat aan de voorwaarden voor het voortduren van deze beperking is voldaan. Nu de officier van justitie ter terechtzitting verder alleen een in de Litouwse taal opgesteld stuk heeft over gelegd, zonder enige vertaling, kan niet worden nagegaan of het eigendomsrecht van klaagster op voormelde auto nog op rechtsgeldige wijze is beperkt, en zo ja, voor welke termijn dit het geval is. De rechtbank zal het beklag van klaagster dan ook gegrond verklaren."