ECLI:NL:HR:2012:BX5791

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/03269
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep inzake schuldsanering en beëindiging zonder schone lei

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 oktober 2012 uitspraak gedaan in een cassatieberoep dat was ingesteld door verzoeker, die betrokken was bij een schuldsanering. Het cassatieberoep volgde op eerdere uitspraken van de rechtbank Alkmaar en het gerechtshof te Amsterdam. De rechtbank had op 1 maart 2012 een vonnis gewezen in de zaak met het insolventienummer 09/174 R, en het gerechtshof had op 24 mei 2012 en 26 juni 2012 arresten gewezen die aan de Hoge Raad waren gehecht. De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.J.Ph. Dietz de Loos, stelde beroep in cassatie in tegen deze arresten. De Advocaat-Generaal J. Wuisman had geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.

De Hoge Raad beoordeelde de aangevoerde klachten in de middelen en kwam tot de conclusie dat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig was, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de eerdere uitspraken van de lagere rechters in stand zijn gebleven. Dit arrest is openbaar uitgesproken door vice-president F.B. Bakels, en de uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in het kader van schuldsanering en de voorwaarden voor beëindiging zonder schone lei.

Uitspraak

5 oktober 2012
Eerste Kamer
12/03269
EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos.
Verzoeker tot cassatie zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak met het insolventienummer 09/174 R van de rechtbank Alkmaar van 1 maart 2012,
b. de arresten in de zaak 200.103.314/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 24 mei 2012 en 26 juni 2012.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de arresten van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.A. Streefkerk en M.A. Loth, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president F.B. Bakels op 5 oktober 2012.