ECLI:NL:HR:2012:BX5410
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak
Op 9 oktober 2012 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 11/00464. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 20 januari 2011 had geoordeeld in de strafzaak met nummer 21/004226-09. De verdachte, geboren in 1967, had zijn beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. B.P. de Boer, die middelen van cassatie had voorgesteld. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Volgens artikel 81, eerste lid, van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO) behoeft dit geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft derhalve het beroep verworpen.
Dit arrest is uitgesproken door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. De uitspraak vond plaats op 9 oktober 2012.