ECLI:NL:HR:2012:BX5153
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 3 maart 2011, betreffende een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De betrokkene, geboren in 1975 en wonende te [woonplaats], heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. M. t'Sas. De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 2 oktober 2012 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de middelen van cassatie niet tot cassatie konden leiden. Dit werd onderbouwd met de overweging dat de middelen geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling nopen tot beantwoording. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, en dit arrest is gewezen door vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren W.F. Groos en J. Wortel, in aanwezigheid van griffier S.P. Bakker.