ECLI:NL:HR:2012:BX5111
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Vormverzuim bij verhoor verdachte en bewijsuitsluiting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 oktober 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte, geboren in 1987, was op 5 augustus 2008 aangehouden op verdenking van poging tot woninginbraak. Tijdens zijn eerste verhoor door de politie werd hij niet gewezen op zijn recht op bijstand van een advocaat, wat leidde tot een vormverzuim. De raadsman van de verdachte, mr. D.R. Corbeek, heeft in cassatie aangevoerd dat de verklaring van de verdachte, afgelegd zonder rechtsbijstand, uitgesloten moest worden van het bewijs. De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar alleen voor wat betreft de beslissingen over de tenlastelegging en de strafoplegging, en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het Hof ten onrechte de verklaring van de verdachte, die was afgelegd zonder dat hij voorafgaand aan het verhoor een advocaat had kunnen raadplegen, heeft gebruikt voor het bewijs. De Hoge Raad herhaalt eerdere uitspraken waarin werd vastgesteld dat een dergelijke situatie in beginsel leidt tot bewijsuitsluiting, tenzij de verdachte uitdrukkelijk afstand heeft gedaan van dat recht of er dwingende redenen zijn om dat recht te beperken. In dit geval was er sprake van een vormverzuim, en het Hof had de verklaring van de verdachte niet mogen gebruiken. De Hoge Raad vernietigt daarom de bestreden uitspraak, maar alleen voor de beslissingen ter zake van de tenlastelegging en de strafoplegging, en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van het recht op rechtsbijstand en de gevolgen van het niet naleven van dit recht voor de bewijsvoering in strafzaken. De zaak is van belang voor de rechtsontwikkeling en de waarborging van de rechten van verdachten in het strafproces.