ECLI:NL:HR:2012:BX4994
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarin de verdachte is veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De verdachte, geboren in 1960, had geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland ten tijde van de aanzegging. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.J. Baumgardt. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
Het Gerechtshof had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren en zes maanden en een geldboete van € 25.000,-, subsidiair 160 dagen hechtenis. De veroordeling was gebaseerd op het bezit van een aanzienlijke hoeveelheid verdovende middelen, waaronder heroïne en cocaïne, en de aanwezigheid van versnijdingsmiddelen en instrumenten die gebruikt worden voor de handel in drugs. Het Hof heeft de straffen bepaald op basis van de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De Hoge Raad heeft het eerdere arrest van het Hof vernietigd voor wat betreft de strafoplegging en de beslissingen over het beslag. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof niet voldoende had gemotiveerd waarom de inbeslaggenomen agenda en telefoon niet waren teruggegeven aan de verdachte. De Hoge Raad heeft de zaak op dit punt zelf afgedaan en gelast de teruggave van de inbeslaggenomen voorwerpen aan de verdachte. De Hoge Raad heeft het beroep voor het overige verworpen, en de zaak is op 25 september 2012 beslist.