ECLI:NL:HR:2012:BX4845
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- Y. Buruma
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Cassatie over opzet medeplichtigheid aan hennepteelt en -bezit
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 september 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte, geboren in 1983 en wonende te Hengelo, was in cassatie gegaan tegen een eerder vonnis waarin hij werd beschuldigd van medeplichtigheid aan het telen en aanwezig hebben van hennep. De zaak was eerder behandeld door het Gerechtshof, dat op 19 augustus 2010 een verstekarrest had gewezen. De verdachte had zijn beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. R.J. Baumgardt, die middelen van cassatie had voorgesteld.
De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring van opzet op medeplichtigheid aan het telen en aanwezig hebben van hennep niet voldoende was onderbouwd. De Hoge Raad concludeerde dat de bewijsvoering van het Hof niet voldeed aan de eisen van de wet, omdat niet kon worden vastgesteld dat de verdachte opzet had op de door de dader gepleegde misdrijven. De Advocaat-Generaal Machielse had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor een nieuwe behandeling.
De Hoge Raad vernietigde het arrest van het Gerechtshof en wees de zaak terug, zodat deze opnieuw kon worden berecht. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering in strafzaken, vooral als het gaat om de vaststelling van opzet bij medeplichtigheid aan strafbare feiten. De uitspraak heeft implicaties voor de beoordeling van bewijs in soortgelijke zaken, waarbij de intentie van de verdachte cruciaal is voor de beoordeling van de strafbaarheid.