ECLI:NL:HR:2012:BX4843

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01609
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de bestreden uitspraak inzake de inverzekeringstelling en taakstraf

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 november 2012 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte, geboren in 1978, had beroep ingesteld tegen de opgelegde straf, waarbij dr. D.J.P.M. Vermunt als advocaat optrad. De Advocaat-Generaal Machielse concludeerde tot vermindering van de opgelegde straf en verwerping van het beroep voor het overige. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof artikel 27, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht niet in acht had genomen, omdat het verzuimd had te bevelen dat de tijd doorgebracht in de tweede inverzekeringstelling in mindering zou worden gebracht op de opgelegde straf. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft het aantal uren taakstraf en de duur van de vervangende hechtenis. De opgelegde taakstraf werd verminderd tot 108 uren, met een subsidiaire hechtenis van 54 dagen. Tevens werd bevolen dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de bestreden uitspraak in verzekering had doorgebracht, in mindering zou worden gebracht op de taakstraf. De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige, en concludeert dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid van het EVRM is overschreden, wat leidt tot een verdere vermindering van de taakstraf van 120 uren naar 60 dagen hechtenis.

Uitspraak

13 november 2012
Strafkamer
nr. S 10/01609
TT/LBS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 29 maart 2010, nummer 21/004081-07, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978.
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft dr. D.J.P.M. Vermunt, advocaat te Zaltbommel, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vermindering van de opgelegde straf en tot verwerping van het beroep voor het overige.
1.2. De raadsman heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van het eerste middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beoordeling van het tweede middel
3.1. Het middel klaagt dat het Hof de bewezenverklaring van feit 8 niet naar de eis der wet met redenen heeft omkleed.
3.2. Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 4.4 kan het middel niet tot cassatie leiden.
4. Beoordeling van het derde middel
4.1. Het middel klaagt dat het Hof wat betreft de in de toelichting genoemde, tweede inverzekeringstelling heeft verzuimd toepassing te geven aan art. 27 Sr.
4.2. Het middel is gegrond. De Hoge Raad zal, met vernietiging van de bestreden uitspraak in zoverre, doen wat het Hof had behoren te doen.
5. Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak
De Hoge Raad doet uitspraak nadat meer dan twee jaren zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Dat brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM is overschreden. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde taakstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis.
6. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
7. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft het aantal uren te verrichten taakstraf en de duur van de vervangende hechtenis, alsmede voor zover daarbij wat betreft de in het middel bedoelde tweede inverzekeringstelling is verzuimd toepassing te geven aan art. 27 Sr;
vermindert het aantal uren taakstraf en de duur van de vervangende hechtenis in die zin dat deze 108 uren, subsidiair 54 dagen hechtenis, bedragen;
beveelt dat op de opgelegde taakstraf, naast de reeds in mindering gebrachte uren wegens ondergane inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis, naar de maatstaf van twee uren per dag in mindering zal worden gebracht de tijd welke de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de bestreden uitspraak wegens de in het middel bedoelde tweede inverzekeringstelling in verzekering heeft doorgebracht;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en N. Jörg, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 13 november 2012.