ECLI:NL:HR:2012:BX4260
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van hennepplanten in een bedrijfspand
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 8 oktober 2010 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1972, die samen met zijn broer een schildersbedrijf exploiteerde. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van het voorhanden hebben van hennepplanten in hun bedrijfspand aan de [a-straat 1] te Utrecht. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie dat door de verdachte is ingesteld, waarbij mr. A.A. Bart als advocaat optreedt. De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De bewezenverklaring van het Gerechtshof steunt op verschillende proces-verbalen van de politie, waarin is vastgesteld dat op 15 januari 2008 in het bedrijfspand hennepplanten werden aangetroffen. De verdachte en zijn broer werden als eigenaren van het pand aangemerkt, en de hennepkwekerij was in het pand gevestigd. De verdachte heeft tijdens de rechtszittingen verklaard op de hoogte te zijn geweest van de hennepkwekerij en heeft niet gedistantieerd van de activiteiten van zijn broer.
De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel van het Hof dat de verdachte de hennepplanten tezamen en in vereniging met zijn broer aanwezig heeft gehad, toereikend gemotiveerd is. Het middel dat klaagt dat het bewezenverklaarde medeplegen niet uit de bewijsvoering kan volgen, faalt. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de uitspraak van het Gerechtshof, waarmee de verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van het voorhanden hebben van hennepplanten.