ECLI:NL:HR:2012:BX3862
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- B.C. de Savornin Lohman
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van een Promis-vonnis met aanvulling ex art. 365a Sv en bewijsvoering in cassatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 augustus 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, die werd bijgestaan door mr. B.P. de Boer, advocaat te Haarlem. De zaak betreft een strafrechtelijke veroordeling waarbij het Hof het vonnis van de eerste rechter heeft bevestigd, maar de opgelegde straf heeft vernietigd en opnieuw recht heeft gedaan. De verdachte was ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Utrecht, locatie Nieuwegein'.
De Hoge Raad oordeelde dat de werkwijze van het Hof, waarbij het vonnis werd bevestigd met aanvulling van gronden, rechtmatig was. De opvatting dat deze werkwijze in de weg zou staan aan de bewijsvoering op basis van bewijsmiddelen die na het gewezen arrest zijn opgenomen, vond geen steun in het recht. De Hoge Raad bevestigde dat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de beslissing steunt, niet in een terstond uitgewerkt arrest zijn opgenomen, maar in een verkort arrest dat kan worden aangevuld.
De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de beslissing van het Hof, waarbij de verdachte is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaren. De uitspraak benadrukt de mogelijkheid van aanvulling van gronden in het kader van de Promis-werkwijze en de geldigheid van bewijsvoering die is gebaseerd op aanvullingen na een eerder arrest.