ECLI:NL:HR:2012:BX0920
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- D.G. van Vliet
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslag inkomstenbelasting en geschiktheid bestelauto voor goederenvervoer
In deze zaak gaat het om een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen die aan belanghebbende is opgelegd over het jaar 2006. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd. De Rechtbank te Arnhem heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de uitspraak van de Inspecteur, evenals de navorderingsaanslag, vernietigd. De Inspecteur heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem, dat de uitspraak van de Rechtbank heeft bevestigd. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad overweegt dat belanghebbende in het onderhavige jaar in het bezit was van een bestelauto die hij voor zijn onderneming gebruikte. De bestelauto, met een hoogte van ongeveer 2,6 meter en een lengte van ongeveer 6,5 meter, is ingericht voor het vervoer van materialen en gereedschappen. De Inspecteur stelde dat de bestelauto ook voor privédoeleinden ter beschikking stond, waardoor een bedrag als onttrekking in aanmerking genomen moest worden volgens artikel 3.20, lid 1, van de Wet inkomstenbelasting 2001.
Het Hof oordeelde echter dat de bestelauto, gezien de uiterlijke verschijningsvorm, inrichting en afmetingen, moet worden aangemerkt als een voertuig dat uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen. De Hoge Raad concludeert dat het Hof niet onbegrijpelijk heeft geoordeeld en dat de aanwezigheid van een tweede stoel in de cabine niet relevant is voor de kwalificatie van de bestelauto. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en legt geen proceskosten op aan de Staatssecretaris van Financiën.