ECLI:NL:HR:2012:BX0886
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Tariefindeling van douanerechten voor geactiveerde minerale producten
In deze zaak gaat het om de tariefindeling van douanerechten voor de producten A en B, die zijn aangemerkt als bleekaarde. De belanghebbende, X B.V., heeft op 2 en 12 februari 2007 aangifte gedaan voor het in het vrije verkeer brengen van deze producten. De douane heeft monsters genomen en op basis van laboratoriumonderzoek geconcludeerd dat de producten niet onder post 2508 40 00 ('andere klei') vallen, maar als 'geactiveerde minerale producten' onder post 3802 90 00 van de Gecombineerde Nomenclatuur moeten worden ingedeeld. Dit heeft geleid tot een hogere aanslag aan douanerechten.
De Rechtbank te Haarlem heeft in eerdere procedures de uitspraken van de Inspecteur gedeeltelijk vernietigd en de Inspecteur veroordeeld tot proceskostenvergoeding. Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd, maar de beslissing over de proceskosten gewijzigd. De belanghebbende heeft cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof, waarbij de Staatssecretaris van Financiën een verweerschrift heeft ingediend en incidenteel beroep in cassatie heeft ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak in cassatie behandeld en de vragen van het Hof van Justitie van de Europese Unie voorgelegd. De kern van de zaak betreft de vraag of de zuurbehandeling die de producten hebben ondergaan, hen als 'geactiveerde minerale producten' kwalificeert, en of deze behandeling de indeling onder post 2508 40 00 uitsluit. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de indeling van de producten afhankelijk is van de uitleg van de relevante Europese bepalingen en heeft het Hof van Justitie verzocht om een prejudiciële beslissing.