ECLI:NL:HR:2012:BX0598
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- C.A. Streefkerk
- C.E. Drion
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Recht op pleidooi in incident en doorbreking wettelijk appelverbod
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 september 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de vereniging TROS en Pretium Telecom B.V. TROS had hoger beroep ingesteld tegen een incidenteel vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage, waarin Pretium een vordering had ingesteld wegens onrechtmatige daad. De rechtbank had de vordering van Pretium toegewezen en TROS had verzocht om pleidooi in het incident, wat door de rolraadsheer was afgewezen. TROS stelde dat het appelverbod van artikel 337 lid 2 Rv niet van toepassing was, omdat er sprake was van een 'doorbrekingsjurisprudentie' en een schending van artikel 10 EVRM. De Hoge Raad oordeelde dat de rolraadsheer ten onrechte had geoordeeld dat TROS niet-ontvankelijk was in haar hoger beroep. De Hoge Raad vernietigde de rolbeschikkingen van het hof en verwees de zaak terug naar het gerechtshof voor verdere behandeling. Tevens werd Pretium veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De uitspraak benadrukt het recht op pleidooi in incidenten en de voorwaarden waaronder een wettelijk appelverbod kan worden doorbroken.