ECLI:NL:HR:2012:BW9878
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- W.D.H. Asser
- A.H.T. Heisterkamp
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over restitutie van geldleningen en verjaring van rente
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 september 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de restitutie van geldleningen en de verjaring van rente. De eiser, wonende in Frankrijk, had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. Dit arrest volgde op een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 4 november 2009. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere uitspraken en constateert dat de verweerster in cassatie niet is verschenen. De advocaat van de eiser, mr. P. Garretsen, heeft de zaak toegelicht en gereageerd op de conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal, die tot verwerping van het cassatieberoep strekte.
De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt de eiser in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster op nihil zijn begroot.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de verjaringstermijnen in het civiele recht en de voorwaarden waaronder restitutie van geldleningen kan plaatsvinden. De uitspraak is van belang voor de rechtsontwikkeling op het gebied van civiel recht, met name in relatie tot de toerekening van betalingen en de verjaring van vorderingen.