ECLI:NL:HR:2012:BW9228

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/05441
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over Pauliana en vordering curator in faillissement

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 september 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen de curator van Cistron Internet Services B.V. De zaak betreft een vordering van de curator op grond van artikel 42 van de Faillissementswet (Fw), waarbij de curator zich beroept op de Pauliana. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank 's-Gravenhage en een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage, waaruit blijkt dat de curator in het faillissement van Cistron Internet Services B.V. een vordering heeft ingesteld die door [eiser] werd betwist. De advocaat van [eiser] heeft de zaak toegelicht, maar de curator is niet verschenen. De Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft [eiser] bovendien veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de curator op nihil zijn begroot. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer J.C. van Oven.

Uitspraak

7 september 2012
Eerste Kamer
10/05441
EE/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats], Verenigde Staten van Amerika,
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. E.C. Kerkhoven,
t e g e n
mr. Franciscus Jozef Hubert SOMERS, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Cistron Internet Services B.V.,
gevestigd te Alphen aan den Rijn,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de curator.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 246124/HA ZA 05-2124 van de rechtbank 's-Gravenhage van 5 oktober 2005, 16 augustus 2006, 7 maart 2007 en 7 mei 2008;
b. het arrest in de zaak 200.016.333/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 10 augustus 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de curator is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping met toepassing van art. 81 RO.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 29 juni 2012 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de curator begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.A. Loth en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 7 september 2012.