ECLI:NL:HR:2012:BW9194

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/02110
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de bewezenverklaring van opzet in een strafzaak betreffende accijnsgoederen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 juni 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was in deze strafzaak beschuldigd van het opzettelijk voorhanden hebben van accijnsgoederen, in dit geval ongeveer 9.916.400 sigaretten, die niet overeenkomstig de Wet op de accijns waren betrokken. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. A.M. Seebregts. De Advocaat-Generaal Machielse had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof.

De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring van het opzet van de verdachte ontoereikend was gemotiveerd. De rechtbank had abusievelijk uitgegaan van een verkeerde hoeveelheid pallets met koelkasten waarin de sigaretten waren verstopt. Dit leidde tot de conclusie dat het opzet van de verdachte niet zonder meer kon worden afgeleid uit de gebezigde bewijsmiddelen. De Hoge Raad oordeelde dat de bestreden uitspraak niet in stand kon blijven en dat de overige middelen geen bespreking behoefden.

De beslissing van de Hoge Raad was dat het arrest van het Gerechtshof werd vernietigd en de zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling van het hoger beroep. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering van de bewezenverklaring van opzet in strafzaken, vooral wanneer het gaat om complexe feiten zoals het voorhanden hebben van grote hoeveelheden accijnsgoederen.

Uitspraak

26 juni 2012
Strafkamer
nr. S 11/02110
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 21 mei 2010, nummer 22/001163-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. A.M. Seebregts, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het derde middel
2.1. Het middel klaagt dat de bewezenverklaring van het opzet ontoereikend is gemotiveerd.
2.2.1. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
"hij op 31 juli 2007 te Oude-Tonge, gemeente Oostflakkee, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk accijnsgoederen, te weten (ongeveer) 9.916.400 sigaretten voorhanden heeft gehad, die niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de accijns in de heffing waren betrokken."
2.2.2. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Het proces-verbaal van verhoor van de Belastingdienst/ FIOD-ECD, Vl-004, als bijlage gevoegd bij het algemeen proces-verbaal nr. 41245, d.d. 10 augustus 2007, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2], beiden buitengewoon opsporingsambtenaar. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als de op 10 augustus 2007 tegenover deze opsporingsambtenaren afgelegde verklaring van de verdachte:
Ik ben bij de loods gearresteerd. Ik was dus daar.
2. Het proces-verbaal van bevindingen van de Regiopolitie Rotterdam-Rijmond, nr. 2007262484-11, d.d. 31 juli 2007, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4], respectievelijk hoofdagent en agent van politie. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van deze opsporingsambtenaren:
Op 31 juli 2007 zagen wij dat voor het pand aan de Tonnisseweg te Oude-Tonge gemeente Oostflakkee een vrachtwagencombinatie bestaande uit een trekker met oplegger geparkeerd stond.
Wij zagen een man die genaamd bleek te zijn [betrokkene 1].
Ik zag dat een man, die genaamd bleek te zijn [verdachte], zich op een heftruck bevond. De heftruck stond achter de oplegger. [Verdachte] verklaarde de vrachtwagen te laden en te lossen.
Wij zagen dat een man, die genaamd bleek te zijn [betrokkene 2], een voorwerp verpakt in karton naar de voorzijde van de oplegger duwde. Wij zagen dat er meerdere soortgelijke voorwerpen in de oplegger stonden. In de loods zagen wij pallets met kartonnen dozen waarop de volgende tekst stond: "Gold Classics", "Raquel" en "10.000 king size cigarettes". De pallets waren geladen met gesloten kartonnen dozen alsmede met verpakkingen losse sloffen sigaretten. Wij hebben een onderzoek ingesteld. Ik heb een slof gepakt. Ik heb het cellofaan verwijderd en zag dat er in de slof 10 pakjes zaten met elk een inhoud van 20 sigaretten. Ik zag dat de pakjes niet waren voorzien van een banderol.
3. Het proces-verbaal van doorzoeking van de Belastingdienst/FIOD-ECD, AH-002 met bijlagen, als bijlage gevoegd bij het algemeen proces-verbaal nr. 41245, d.d. 1 augustus 2007, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5], buitengewoon opsporingsambtenaar. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van deze opsporingsambtenaar:
Ik zag in de loods aan de Tonnisseweg 6 te Oude-Tonge op pallets dozen staan. Ik zag ook opengemaakte dozen met daarin sloffen sigaretten. Ik heb een geopende slof sigaretten gezien. Ik zag dat op de individuele pakjes niet de vereiste accijnszegel zat. Ook in koelkasten zaten sloffen met sigaretten. De in beslag genomen voorwerpen staan beschreven op de lijsten in beslag genomen voorwerpen.
4. Het overzichtsproces-verbaal van de Belastingdienst/FIOD-ECD, 0-OPV, d.d. 16 oktober 2007, opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 6] en [verbalisant 7], beiden buitengewoon opsporingsambtenaar. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van deze opsporingsambtenaren:
In de vrachtauto en de loods in Oude-Tonge zijn op 31 juli 2007 de volgende accijnsgoederen aangetroffen:
Schema
In eerste instantie is abusievelijk uitgegaan van een totale hoeveelheid van 57 pallets met koelkasten, met daarin verstopte sigaretten. Achteraf is vastgesteld dat het om 54 pallets handelt."
2.3. Uit de gebezigde bewijsmiddelen kan het in de bewezenverklaring omschreven opzet van de verdachte niet zonder meer worden afgeleid. De bewezenverklaring is ontoereikend gemotiveerd.
2.4. Het middel slaagt.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen, brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, de overige middelen geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 26 juni 2012.