ECLI:NL:HR:2012:BW8773
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de bestreden uitspraak met betrekking tot taakstraf en vervangende hechtenis
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 juli 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de verdachte, geboren in 1974, tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 23 april 2010. De verdachte was veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. A.A. Franken, heeft een middel van cassatie voorgesteld, waarop de Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft het aantal uren taakstraf en de duur van de vervangende hechtenis. De Hoge Raad heeft het aantal uren taakstraf verminderd naar 228 uren, met een subsidiaire hechtenis van 114 dagen. Voor het overige is het beroep verworpen.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), is overschreden, aangezien er meer dan twee jaren zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Dit heeft geleid tot de beslissing om de opgelegde taakstraf te verminderen.
De uitspraak is gedaan door de vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en W.F. Groos, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier S.C. Rusche.