2.2.2. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 9 april 2010.
Ik had in de ten laste gelegde periode de dagelijkse operationele leiding over aannemingsbedrijf [C] in Dordrecht. Mijn vader [medeverdachte 1] was algemeen directeur en deed de financiële kant van het bedrijf. [Medeverdachte 2] was commercieel directeur. Ik was op de hoogte van het conflict over uitstaande facturen tussen [C] en [betrokkene 1] van de bouwonderneming [A] in Amsterdam. Ik wist dat er in dat kader een kort geding was aangespannen en dat dat niet tot resultaat had geleid en wij verwezen waren naar een bodemprocedure. Over die vordering en die procedure heb ik na de uitslag in kort geding november 2007 wel met mijn vader gesproken. Mijn vader heeft aan [medeverdachte 2] gevraagd om bij [betrokkene 1] langs te gaan samen met [betrokkene 6]. Ik wist de volgende dag dat ze er geweest waren, maar niet van te voren. Ik dacht toen dat er een betaalregeling met [betrokkene 1] was afgesproken. Pas nadat die betaalregeling niet werd nagekomen, heb ik dat gehoord. De actie tegen [betrokkene 1] kwam voor mij pas boven water nadat mijn vader is gebeld door de politie. Ik wist half januari van de bommelding op het bedrijf [A], omdat er door [betrokkene 1] werd gebeld. "Leuk geintje, die bommelding", zei [betrokkene 1] toen tegen ons. Toen hebben we die bommelding op internet opgezocht. Daarvoor wisten we van niets. Ik heb toen wel aan mijn vader gevraagd of het waar was van die bommelding. Mijn vader zei dat hij zich dat niet kon voorstellen. Ik had toen navraag moeten doen bij [betrokkene 6] of zijn zoon [betrokkene 7]. Dat heb ik niet gedaan. Ik ken [betrokkene 7] al jaren en kon mij niet voorstellen dat hij die bedreiging had gedaan. Ik heb het niet tegengehouden hoe zij [betrokkene 1] behandeld hebben, maar ook niet geïnitieerd.
(...)
2. Een proces-verbaal van getuigenverhoor van 2l mei 2008, opgemaakt door de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Haarlem. Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige [betrokkene 1]:
Het gesprek in december 2007 over de 70.000 euro die [C] van ons tegoed zou hebben, vond plaats op initiatief van [medeverdachte 2]. [Betrokkene 6] heeft toen gezegd dat hij geen geduld meer had en dat hij 70.000 euro moest vangen. De bedreigingen begonnen met een smsje dat ik 80.000 euro moest betalen. Daarna zijn de bedreigingen telefonisch gegaan, eerst door [betrokkene 6] (het hof begrijpt: [betrokkene 6]), later door [betrokkene 7] (het hof begrijpt: [betrokkene 7]). Omdat ik dacht dat [medeverdachte 2] de opdrachtgever was heb ik hem daarop aangesproken. Ik heb de inhoud van de bedreigingen met hem besproken en hem gevraagd die gasten uit mijn nek te halen. Ik heb hem verteld over bedreigingen waarin werd gesproken over doodschieten, een rolstoel en het komen van een team naar Nederland. [Medeverdachte 2] zei: "Het zijn Joegoslaven" en "Ik zou doen wat ze zeggen." Ik begreep daaruit dat ik moest betalen.
3. Een proces-verbaal van l7 december 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1], doorgenummerde pagina's 740-742.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van [betrokkene 3]:
Ik ben directeur en eigenaar van een bedrijf genaamd [B] BV en ik ben op l7 december 2007 door een persoon genaamd [betrokkene 6] (fonetisch: het hof begrijpt hier en elders: [betrokkene 6]) telefonisch bedreigd. [Betrokkene 6] heeft vandaag op de voicemail van mijn mobiele telefoon het volgende bedreigende bericht ingesproken (opmerking verbalisant: voicemailbericht letterlijk geciteerd): "He [betrokkene 3], je spreekt met [betrokkene 6]. Het gaat om die geld. Ik zit hier nou bij [C]. De afspraak is dat geld van jou komt op de rekening donderdag. Als dat geld niet op de rekening komt geloof mij dan je dan in een rolstoel gaat zitten dan. Geloof mij echt gaat om veel geld." Het nummer waar vandaan [betrokkene 6] mij gebeld heeft is een nummer van het kantoor van [C].
4. Een mutatie met nummer 07-091057 van 19 december 2007, opgemaakt door [verbalisant 1], doorgenummerde pagina 32l.
Deze mutatie houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van (naar het hof begrijpt: verbalisant) [verbalisant 1]:
[D] (het hof begrijpt: aangever/benadeelde): [betrokkene 3]. Datum 17 december 2007, 17.13 uur bedreiging. [D] vroeg hoe ver wij waren met het onderzoek en of er al aanhoudingen waren verricht. Volgens [D] heeft [A] BV (het hof begrijpt: [betrokkene 1]) inmiddels ook aangifte gedaan bij de politie Amsterdam tegen [betrokkene 6].
Gebeld (het hof begrijpt: door [verbalisant 1]) met [C] en gesproken met [medeverdachte 2]. [Medeverdachte 2] wist wel van het bestaan van verdachte [betrokkene 6], maar geen verdere gegevens. Verdachte zou wonen in Joegoslavië. Hem een en ander met betrekking tot de bedreiging (het hof begrijpt: van [betrokkene 3]) uitgelegd en verteld dat de bedreiging telefonisch is gedaan en dat het nummer waarmee aangever gebeld en bedreigd is op de mobiele telefoon van aangever zichtbaar is/was ten tijde van de aangifte en dit nummer van [C] BV is.
5. Een proces-verbaal van 24 december 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2], doorgenummerde paginga 744.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van [betrokkene 3]:
Op 12 december 2007 was ik op een werk in Amsterdam. Daar kwam [medeverdachte 2] met een Joegoslaaf genaamd [betrokkene 6]. [Medeverdachte 2] zei dat ik nog 30.000 euro moest betalen aan hem. Vorige week heb ik met [medeverdachte 2] gesproken en om van de bedreigingen af te zijn heb ik 8.500 euro betaald aan [C]. Ik ontving een faxbericht van [C] met daarin dat alle lopende vorderingen van mijn bedrijf aan [C] stopgezet werden. De fax werd ondertekend met de naam van [medeverdachte 1].
6. Een proces-verbaal van 26 februari 2008, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4], doorgenummerde pagina's 746-747.
Dit proces-verbaal houdt in, voorzover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van [betrokkene 3]:
Ik ben medio december gebeld door een persoon met een Servisch nummer. Deze persoon sprak Engels met een
Oost-Europees accent. Hij stelde zich voor als [betrokkene 7]. Hij zei dat als ik niet zou betalen, hij een paar mannetjes langs zou sturen. Ook zei hij dat hij alles van mij afwist. Hij noemde mijn geboortedatum en doopnaam. Daarna zei hij dat als ik niet zou betalen ik niet de enige zou zijn die in de problemen zou komen. Hij ging er niet verder op in. Dit vond ik beangstigend, ik voelde mij al bedreigd door [medeverdachte 2] en die Joegoslaaf genaamd [betrokkene 6], maar na dit telefoontje voelde ik mij nog meer bedreigd. Genoemde bedreigingen hebben voor mij de doorslag gegeven om 8.500 euro te betalen.
7. Een proces-verbaal van 3 maart 2008, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5], doorgenummerde pagina's 735-738.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van [betrokkene 6]:
[Verdachte] heeft mij op een gegeven moment gezegd dat hij een probleem had met Bouwbedrijf [A]. Van [betrokkene 1] heb ik begrepen dat hij ook door [betrokkene 7] was gebeld en bedreigd. Van mijn zoon [betrokkene 7] had ik gehoord dat hij ook naar [betrokkene 1] had gebeld. Dit deed hij voor [verdachte] om bij [verdachte] in een goed daglicht te komen staan. Ik heb toen ook begrepen dat hij onder de naam [betrokkene 7] in het Engels naar [betrokkene 1] belde.
Het klopt dat ik een telefoongesprek heb gevoerd met [betrokkene 1]. In dit gesprek spreek ik over een boem in het bedrijf van [betrokkene 1]. Korte tijd later is er door mijn zoon een melding gedaan dat er iets zou exploderen. Ik hoorde dit later. Het was de bedoeling om [betrokkene 1] bang te maken. [Betrokkene 7] had het gesprek tussen mij en [betrokkene 1] gehoord en zo is [betrokkene 7] op het idee gekomen.
Ik heb met [verdachte] een soort overeenkomst. Daarin staat dat ik 15% van 10.000 euro zou krijgen als ik dat geld geïnd zou hebben.
Ik ben naar [betrokkene 3] geweest, samen met [medeverdachte 2]. Ook daar is gesproken over een schuld. [Betrokkene 3] zou gaan betalen. Dit heeft [betrokkene 3] ook in eerste instantie niet gedaan, ik heb [betrokkene 3] toen ook gebeld, ik heb toen [betrokkene 3] gezegd dat bij moest gaan betalen omdat hij anders problemen zou gaan krijgen, hij zou in een rolstoel belanden. [Betrokkene 3] heeft uiteindelijk 8.500 euro betaald.
8. Een proces-verbaal van getuigenverhoor van 27 mei 2008, opgemaakt door de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Haarlem. Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige [betrokkene 6]:
[Medeverdachte 2] heeft mij gezegd dat ik van [betrokkene 1] mee zou gaan naar [betrokkene 3]. Wij Serven hebben een slechte naam. Ik ging mee zodat ze gingen betalen omdat ze bang voor ons zijn. Ik heb tegen [medeverdachte 2] gezegd dat ik druk heb uitgeoefend. Het woord bedreiging kende ik niet. Ik denk dat ik in de periode van 20 tot en met 28 december 2007 naar [betrokkene 1] heb gebeld. Ik weet niet meer hoe vaak. Op 28 of 29 december 2007 ben ik naar Servië gegaan. Ik had een telefoon van [C] mee naar Servië. Daarop heeft [betrokkene 1] mij gebeld en heb ik [betrokkene 1] gebeld. Ik heb in januari wel contact gehad met [betrokkene 1]. Het kan best dat de woorden bom of explosie zijn genoemd.
9. Een proces-verbaal van 20 december 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 6], doorgenummerde pagina's 97-98.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van [betrokkene 1]:
Op 19 december 2007 omstreeks 14.45 uur werd er naar [A] gebeld door ene [betrokkene 7] (tel.nr 0038-1611900539). Hij liet weten dat ik moest betalen aan [C], anders zou hij morgen (20 december 2007) met zijn team het bedrijf komen bezoeken en ook [b-straat 1] te Zaandam. Daar woont [betrokkene 8] (het hof begrijpt: [betrokkene 8]).
en als verklaring van - naar het hof begrijpt -verbalisant:
Omstreeks 10.35 uur werd [betrokkene 1] in het politiebureau per telefoon bedreigd. Er werd gezegd: "U moet mij mijn geld betalen van 80.000 euro. Ik zal met een team komen naar [b-straat 1] te Zaandam. Ik moet van u horen dat ik om 12 uur deze dag (20 december) weten of er betaald wordt. Anders zal ik laten zien wat mensen doen voor 80.000 euro."
10. Een proces-verbaal van 10 januari 2008, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 7], doorgenummerde pagina's 108-109.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van [betrokkene 2]:
Er is op l4 januari 2008 drie keer gebeld op het kantoornummer van [A] Bouwmanagement B.V. door [betrokkene 7]. Ik schakelde de telefoon door naar het mobiele nummer van [betrokkene 1]. De derde keer, om 12.49 uur, zei [betrokkene 7]: "Two men will come to you tomorrow. Personally and at the office. If [betrokkene 1] does not call me back, I will make sure that two men will come."
11. Een proces-verbaal van 30 januari 2008, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2], doorgenummerde pagina 110 met als bijlagen faxberichten, doorgenummerde pagina's 111 - 116.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van [betrokkene 2]:
Ik heb u eerder een aantal faxberichten gefaxt. Deze betreffen bedreigingen per voicemail (en naar het hof begrijpt uit de bijlage op pagina 111, op 3 januari 2008 een sms). Mijn vader (het hof begrijpt: [betrokkene 1]) en ik beluisterden beiden deze berichten waarna ik er faxberichten van heb opgemaakt.
12. Een proces-verbaal van 24 oktober 2007 (het hof leest verbeterd: 2008), in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2], doorgenummerde pagina 269 - 271.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant:
Op 23 januari 2008 werden de faxberichten en opgenomen telefoongesprekken door mevrouw A.C.M. Keijzer, tolk Engels-Nederlands vertaald.
Vertaalde gesprekken:
Faxbericht [betrokkene 1] 3 januari 2008:
Datum: 3 januari 2008, 13.27 uur
Sms: Dit is je laatste dag om mij geld te betalen!!! Vanaf morgen zal je omgeving nooit meer hetzelfde zijn!!! Dat beloof ik je!!!
Faxbericht [betrokkene 1] 11 januari 2008:
Anoniem telefoonbericht:
De volgende bom ligt zonder waarschuwing in je kantoor klootzak. Je zult heel gauw zien en vanaf nu is het niet 80.000 dollar het is l00.000 dollar vriend 100.000. Je zult spoedig betalen geloof me maar!
18 33 uur
Vanaf morgen staat [betrokkene 2] ook op de lijst, dit gaat leuk worden.
Faxbericht [betrokkene 1] 14 januari 2008:
14 januari 2008, 12.49 uur:
Telefoongesprek:
Morgen komen er twee mannen je ophalen. Persoonlijk en op kantoor. Als [betrokkene 1] mij niet terugbelt, zal ik er zeker voor zorgen dat er twee mannen zullen komen.
13. Een proces-verbaal van bevindingen van 8 februari 2008, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2], doorgenummerde pagina's 303-319.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant:
Op 9 januari 2009 omstreeks 13.27 uur werd er bij de telefooncentrale van de regionale meldkamer Amsterdam-Amstelland de volgende melding gedaan:
NNman: Kunt u iets noteren. [A] (bedrijf) te straatnaam [a-straat] (fon) 56 in Amsterdam.
NNvrouw: Ja.
NNman: Ja? [betrokkene 1], hij betaalt zijn schuld niet. Dus, alstublieft, deze keer met waarschuwing, er hoeven geen onschuldige mensen te lijden vanwege hem, om drie uur zal er iets tot ontploffing worden gebracht, dus alstublieft, u moet dringend handelen, oke?
NNvrouw: En uw naam is? Hoe heet u?
NNman: Alstublieft, noteer het, ook in Zaandam, [b-straat 1]. Volgende keer zonder waarschuwing, waarschuwing, alstublieft...
14. Een proces-verbaal van 20 februari 2008, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 8], doorgenummerde pagina's 348-360.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant:
Naar aanleiding van de aangifte op 20 december 2007 van [betrokkene 1] zijn door de officier van justitie te Haarlem in dit onderzoek "Kemel" een tiental machtigingen verleend op diverse telefoonnummers van de aangever, de directeuren van [C] en de mogelijke bedreigers. Hieronder volgt een korte weergave van de opgenomen relevante gesprekken van diverse telefoonnummers.
(lijn [betrokkene 1] 1234) 14-1-2008 te 12.51 uur:
Aangever [betrokkene 1] wordt gebeld door de gebruiker van het telefoonnummer 06-[001] ([betrokkene 6]). Dit telefoonnummer wordt ook getapt en staat op naam van [C]. [Betrokkene 6] zegt: "ik breek je beide benen als je niet binnen 2 dagen betaalt."
Een - naar het hof begrijpt telkens eenzijdig vertaald - telefoongesprek van 15-1-2008 te 13.39 uur, doorgenummerde pagina's 366-370. [betrokkene 1] (lijn l234) belt met [betrokkene 6] (06-[001]). [betrokkene 6] zegt (blz 369): "Wij spelen geen spelletje, echt dat wordt echt een probleem [verdachte], als dat geld niet op de rekening binnenkort is, zij komen daar mensen naar toe en jij moet opletten dan als jij in, in het bedrijf binnenkomt of het een bom is of weet ik veel wat, ja. Dan moet jij eerst de politie bellen dat zij gaan ontruimen, ff kijken, en dan ga jij naar binnen en zo wordt het elke dag totdat (het hof begrijpt: zolang) geldniet op de rekening komt."
(lijn [betrokkene 1] 1234) 15-01-2008 te 14.59 uur:
[Betrokkene 1] wordt gebeld door [medeverdachte 2]. Gesprek gaat over dat [betrokkene 1] gewoon op de bankrekening van Fortis geld kan storten. [betrokkene 1] wil dat [medeverdachte 2] contact opneemt met de Joegoslaven om te bewerkstelligen dat [medeverdachte 2] de Joegoslaven bij hem weghoudt. [Betrokkene 1] zegt dat [medeverdachte 2] de Joego's moet bellen. [Medeverdachte 2] zegt dan dat ook hij het nummer niet heeft. [Betrokkene 1] zegt dat hij het zelf aan hem heeft gegeven. [Medeverdachte 2] zegt dat hij niet meer van ze mag bellen op dat 033 nummer. [Betrokkene 1] zegt dat het nummer 038 is.
(lijn [verdachte] 3843 (het hof begrijpt: [medeverdachte 1]) 15-01-2008 te 19.29 uur:
[Medeverdachte 1] sms't naar [verdachte] (het hof begrijpt: [verdachte]) dat [medeverdachte 2] donderdag de eerste termijn gaat ophalen per kas bij [A].
(lijn [betrokkene 1] 1234) 16-01-2008 te 22.10 uur:
[Betrokkene 1] sms't naar [medeverdachte 2] dat de voorwaarde is dat zijn vrienden erbij zijn en dat hij zeker moet weten dat hij van hem en van zijn vrienden af is als hij betaalt en niet vrijdag weer zijn vrienden aan de lijn krijgt voor geld.
(lijn [betrokkene 1] 1234) 17-01-2008 te 11.34 uur:
[Betrokkene 1] belt [medeverdachte 2]. [Betrokkene 1] wil dat [betrokkene 7] en [betrokkene 6] aanwezig zijn. [Medeverdachte 2] zegt dat die allebei in Servië zitten maar dat er iemand anders geregeld is. [Betrokkene 1] gaat niet akkoord en het gaat niet door vanmiddag.
(lijn [betrokkene 1] 1234) 17-01-2008 te 13.00 uur:
Voicemail van [betrokkene 1] wordt ingesproken:
"[Verdachte], you speak with [betrokkene 7] now, do you really think you can play games with us. It will be better for you that you come there at 3 o'clock today to Dordrecht and show good will to pay the money (.....) Nobody plays games with us.
(lijn [medeverdachte 2] 9102) 17-01-2008 te 14.28 uur:
[Medeverdachte 2] belt met [verdachte] dat het vanmiddag niet door gaat en dat [betrokkene 1] wil dat [betrokkene 6] erbij is. [Verdachte] zegt dat hun de voorwaarden bepalen en niet [betrokkene 1].
(lijn [verdachte] 3843) 17-01-2008 te 14.23 uur:
[Medeverdachte 1] wordt gebeld door zijn zoon (het hof begrijpt: [verdachte]) die zegt dat hij gehoord heeft dat [betrokkene 1] vanmiddag weer niet gaat betalen.
(lijn [verdachte] 3843) 18-01-2008 te 14.17 uur:
[Betrokkene 6] (het hof begrijpt: [betrokkene 6]) belt met [verdachte] dat hij [betrokkene 1] aan de lijn heeft gehad.
(...) Gesprek wordt verder gevoerd tussen [betrokkene 7] en [verdachte]. [Verdachte] zegt tegen [betrokkene 7] dat hij de leningsovereenkomst gaat maken. [Betrokkene 7] zegt dat ze straks alles naar binnen gaan slepen en dat het kantoorpersoneel in zijn broek schijt en ook zijn vrouw want die zijn allemaal benaderd. [Verdachte] zegt tegen [betrokkene 7] dat hij bang is dat zijn telefoon wordt afgeluisterd.
(lijn [verdachte] 8998) 25-01-2008 te 17.50 uur:
Gesprek tussen [verdachte] (het hof begrijpt: [verdachte]) en [betrokkene 7] (het hof begrijpt: [betrokkene 7]) waarin [verdachte] zegt dat hij een paar klusjes heeft voor [betrokkene 7]. [Betrokkene 7] zegt dat hij woensdag of donderdag richting Nederland komt. [Verdachte] zegt dat hij nog een paar dingetjes heeft en dat als hij alles bij elkaar optelt hij wel aan een ton komt en dat hij daar 50 a 60 van wil hebben. De rest mag [betrokkene 7] houden. De telefoon wordt overgenomen door [betrokkene 9] (het hof begrijpt: [betrokkene 9]). [Betrokkene 9] is het meisje van kantoor en zegt tegen [betrokkene 7] dat ze geld willen zien dat hij [betrokkene 1] zijn knieschijven eraf mag schieten anders doen zij het. Op de achtergrond hoor je [verdachte] zeggen dat zij dat niet mag zeggen over zijn telefoon. [Betrokkene 7] zegt ook dat dat niet verstandig is.
(...)"