ECLI:NL:HR:2012:BW8681
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 27 september 2010 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1982 en wonende te [woonplaats], heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. N. van Schaik uit Utrecht. De advocaat heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De Advocaat-Generaal, de heer Silvis, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat betekent dat hij van mening is dat de cassatiegronden niet voldoende zijn om het arrest van het Gerechtshof te vernietigen.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Volgens artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO) behoeft dit geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit houdt in dat de Hoge Raad van oordeel is dat de zaak geen nieuwe juridische vragen oproept die relevant zijn voor de rechtspraktijk.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Het arrest is uitgesproken op 19 juni 2012 door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en Y. Buruma, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. Dit arrest bevestigt de beslissing van het Gerechtshof en laat de eerdere uitspraak in stand.