ECLI:NL:HR:2012:BW7713
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- D.G. van Vliet
- E.N. Punt
- C.H.W.M. Sterk
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Hoge Raad oordeelt over naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en de kwalificatie van een auto met kunststof overkapping
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 juni 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting. De belanghebbende, houder van een motorrijtuig met een dubbele cabine en een laadruimte, had een naheffingsaanslag ontvangen voor het tijdvak van 21 januari 2007 tot en met 20 januari 2008, alsmede een boete. De Inspecteur had de naheffingsaanslag gehandhaafd na bezwaar, en de Rechtbank te Haarlem had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard. Het Hof te Amsterdam bevestigde deze uitspraak, waarna de belanghebbende in cassatie ging.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de auto van de belanghebbende, die was voorzien van een polyester overkapping, niet voldeed aan de voorwaarden van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994. De overkapping, die eenvoudig te verwijderen was, leidde tot een laadruimte met een hoogte van 106 centimeter, terwijl de wet een minimale hoogte van 130 centimeter vereist. Het Hof had geoordeeld dat de overkapping de auto niet als bestelauto kwalificeerde, en de Hoge Raad heeft dit oordeel bevestigd. De Hoge Raad verwierp het standpunt van de belanghebbende dat de overkapping niet wezenlijk verschilde van een zeildoek, en benadrukte dat een harde kunststof overkapping een dichte laadruimte creëert die niet meer te vergelijken is met een open laadbak.
De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond, en oordeelde dat de eerdere uitspraken van de Rechtbank en het Hof juist waren. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is van belang voor de kwalificatie van voertuigen in het kader van de motorrijtuigenbelasting en de interpretatie van de relevante wetgeving.