ECLI:NL:HR:2012:BW7359
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- J.C. van Oven
- A.H.T. Heisterkamp
- C.E. Drion
- M.V. Polak
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onteigening en inschrijvingstermijn in het kader van de Onteigeningswet
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarin de eisers, eigenaren van onteigende percelen, de gemeente Heerlen betichten van onrechtmatige inschrijving van een vonnis van vervroegde onteigening. De Hoge Raad behandelt de vraag of de gemeente het vonnis tijdig heeft ingeschreven, conform de bepalingen van de Onteigeningswet (Ow). De feiten van de zaak zijn als volgt: op 25 maart 2009 heeft de rechtbank Maastricht de vervroegde onteigening uitgesproken van bepaalde kadastrale percelen ten behoeve van de aanleg van de 'Binnenring' in Heerlen. De descente vond plaats op 3 september 2009. De eisers hebben cassatie ingesteld tegen het vonnis van vervroegde onteigening, maar dit werd door de Hoge Raad verworpen op 5 november 2010. De gemeente heeft het vonnis op 23 november 2010 ingeschreven, wat door de eisers als onrechtmatig werd betwist, omdat dit niet binnen de termijn van twee maanden na de descente zou zijn gebeurd.
De Hoge Raad oordeelt dat de inschrijving van het vonnis van vervroegde onteigening niet binnen de termijn van art. 54m lid 1 Ow hoeft te geschieden, zolang het vonnis nog niet in kracht van gewijsde is gegaan. De termijn van twee maanden begint pas te lopen op het moment dat het vonnis kracht van gewijsde is geworden. De Hoge Raad bevestigt dat de gemeente het vonnis tijdig heeft ingeschreven en dat de eigendom van de onteigende percelen op de gemeente is overgegaan. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en veroordeelt de eisers in de kosten van het geding in cassatie.