ECLI:NL:HR:2012:BW7353

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/02950
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen beschikking rechter-commissaris met betrekking tot hoor en wederhoor

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep dat is ingesteld door verzoekster tegen een beschikking van de rechtbank Arnhem, gedateerd 20 juni 2011. De Hoge Raad heeft de beschikking van de rechtbank in deze procedure als bijlage gehecht. De verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.B. Baumgarten, heeft het cassatierekest ingediend, waarin zij de Hoge Raad verzoekt om de beschikking van de rechtbank te herzien. De verweerder in cassatie, CMIS Nederland B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. R.P.J.L. Tjittes, heeft verzocht om het cassatieberoep te verwerpen.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de klachten die in de middelen zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De raadsheren hebben vastgesteld dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, zoals vereist door artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de aangevoerde klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Op 13 juli 2012 heeft de Hoge Raad de beschikking gegeven, waarbij het beroep van verzoekster werd verworpen. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer J.C. van Oven, en de beslissing is genomen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens als voorzitter, C.A. Streefkerk en M.A. Loth.

Uitspraak

13 juli 2012
Eerste Kamer
11/02950
TT/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. A.B. Baumgarten,
t e g e n
CMIS NEDERLAND B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. R.P.J.L. Tjittes.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoekster] en CMIS.
1. Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar het navolgende stuk:
De beschikking in de zaak F 11-250 van de rechtbank Arnhem van 20 juni 2011.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
CMIS heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.A. Streefkerk en M.A. Loth, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 13 juli 2012.