ECLI:NL:HR:2012:BW6662
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Jeugdzaak met strafkorting wegens schending van de redelijke termijn in cassatie
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, betreft het een jeugdzaak waarin de verdachte, geboren in 1990, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Noord-Holland Noord, locatie Zuyder Bos' te Heerhugowaard. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. W. Hendrickx, advocaat te Utrecht. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging en de vordering van de benadeelde partij. De Rechtbank had de vordering van de benadeelde partij, [A], toegewezen tot een bedrag van € 50,-. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof verzuimd heeft om een met redenen omklede beslissing te nemen over de vordering van de benadeelde partij, zoals vereist door de artikelen 335 en 361, vierde lid, in verbinding met artikel 415 van het Wetboek van Strafvordering. Dit gebrek leidt ertoe dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend voor zover er geen beslissing is genomen op de vordering van de benadeelde partij en wat betreft de duur van de opgelegde jeugddetentie. De opgelegde jeugddetentie wordt verminderd tot 35 dagen. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling van de vordering van de benadeelde partij. Daarnaast wordt vastgesteld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), is overschreden, wat leidt tot een vermindering van de aan de verdachte opgelegde jeugddetentie van 42 dagen. Voor het overige wordt het beroep verworpen.