ECLI:NL:HR:2012:BW5875

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/02398
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Besluit tot opzegging huurovereenkomst tussen vereniging en een van haar leden

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juli 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Vereniging Sauna Fenomeen en de Vereniging De Binnenpret. De zaak betreft de opzegging van een huurovereenkomst tussen de vereniging en een van haar leden. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten in de feitelijke instanties, waaronder vonnissen van de rechtbank Amsterdam en een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De Vereniging Sauna Fenomeen heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, waarin het hof de eerdere oordelen heeft bekrachtigd. De advocaat-generaal L. Timmerman heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de Vereniging Sauna Fenomeen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van De Binnenpret zijn begroot op nihil. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

13 juli 2012
Eerste Kamer
11/02398
TT/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
VERENIGING SAUNA FENOMEEN,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. H.H.M. Meijroos,
t e g e n
VERENIGING DE BINNENPRET,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Fenomeen en De Binnenpret.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 424558/ HA ZA 09-1142 van de rechtbank Amsterdam van 3 juni 2009 en 16 september 2009;
b. het vonnis in de zaak CV 09-32755 van de kantonrechter te Amsterdam van 4 januari 2010;
c. het arrest in de zaak 200.059.005/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 11 januari 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Fenomeen beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen De Binnenpret is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping met toepassing van art. 81 RO.
De advocaat van Fenomeen heeft bij brief van 25 mei 2012 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Fenomeen in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van De Binnenpret begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 13 juli 2012.