ECLI:NL:HR:2012:BW5726
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- M.A. Loth
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest inzake vordering bewindvoerder in schuldsaneringsregeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 juni 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen een arrest van het gerechtshof te Leeuwarden. Het hof had eerder op 26 oktober 2010 een arrest gewezen in een geschil dat voortvloeide uit een vordering van de bewindvoerder tegen een derde, waarbij gelden door debiteuren van de schuldenaar waren overgemaakt na de uitspreking van de schuldsaneringsregeling. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de rechtbank Leeuwarden en het gerechtshof, die aan deze zaak ten grondslag liggen. De advocaat van [eiser], mr. P. Garretsen, heeft de zaak toegelicht, maar de verweerder is niet verschenen. De Advocaat-Generaal J. Wuisman heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerder] op nihil zijn begroot. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.