ECLI:NL:HR:2012:BW5619
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Onteigening en waardebepaling van onteigend goed in het kader van de aanleg van infrastructuur
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door mr. J.A. Visser Q.Q. namens de erven [A] tegen de Provincie Zuid-Holland. De zaak betreft de onteigening van een perceel grond ten behoeve van de aanleg van een rotonde en een provinciale weg. De Hoge Raad heeft op 28 september 2012 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het vonnis van de rechtbank Dordrecht van 2 maart 2011 werd vernietigd. De rechtbank had de werkelijke waarde van het onteigende vastgesteld op € 6,25 per m², gebaseerd op de bestemming 'verkeersdoeleinden' en het gebruik van de grond als bouwland. Mr. Visser Q.Q. betoogde dat een redelijk handelend koper bereid zou zijn een hogere waarde te betalen, rekening houdend met mogelijke toekomstige ontwikkelingen. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank niet had onderzocht of de bestemming 'verkeersdoeleinden' buiten beschouwing moest worden gelaten bij de waardebepaling, wat in strijd was met eerdere jurisprudentie. De Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling en beslissing, en de Provincie Zuid-Holland veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.