ECLI:NL:HR:2012:BW5521
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- C.E. Drion
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Compensatie bij langdurige vertraging van luchtreizen en de geldigheid van het Sturgeon-arrest
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht door Transavia Airlines C.V., draait het om het recht op compensatie bij langdurige vertraging van luchtreizen, zoals vastgelegd in de Verordening (EG) Nr. 261/2004. De zaak is ontstaan na twee vonnissen van de kantonrechter te Haarlem, waarin Transavia beroep in cassatie heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak aanhouden in afwachting van een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) over de geldigheid van het Sturgeon-arrest, dat eerder heeft bepaald dat passagiers recht hebben op compensatie bij langdurige vertraging. De Hoge Raad heeft de stukken in handen gesteld van de Procureur-Generaal voor een aanvullende conclusie, nadat het HvJEU uitspraak heeft gedaan. De zaak is zowel schriftelijk als mondeling toegelicht door verschillende advocaten, en de conclusie van de Advocaat-Generaal strekt tot vernietiging en verwijzing. De Hoge Raad heeft besloten om zijn uitspraak aan te houden totdat er meer duidelijkheid is vanuit het HvJEU, dat op korte termijn uitspraak zal doen in vergelijkbare zaken. Dit arrest is gewezen op 15 juni 2012 en is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.