ECLI:NL:HR:2012:BW5405
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- D.G. van Vliet
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Omzetbelasting en aftrekbeperkingen voor wetenschappelijk onderzoeksinstituut
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 mei 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van Stichting X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak van 1 januari 2003 tot en met 31 juli 2003. De Inspecteur had de naheffingsaanslag opgelegd, welke na bezwaar door de Rechtbank te Haarlem werd gehandhaafd. Het Hof bevestigde deze uitspraak, waarna belanghebbende in cassatie ging.
De Hoge Raad oordeelde dat belanghebbende, die zich bezighoudt met wetenschappelijk onderzoek, zowel strategisch onderzoek als contractonderzoek verricht. Het strategische onderzoek wordt gefinancierd door subsidies, terwijl het contractonderzoek tegen vergoeding plaatsvindt. De Inspecteur stelde dat belanghebbende slechts voor het contractonderzoek als ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 kan worden aangemerkt, en dat zij daarom slechts recht heeft op aftrek van omzetbelasting voor zover deze betrekking heeft op het contractonderzoek.
Het Hof oordeelde dat de kosten van het strategische onderzoek geen deel uitmaken van de prijs van het contractonderzoek, omdat deze kosten worden gedekt door subsidies. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en oordeelde dat er geen onjuiste rechtsopvatting in het oordeel van het Hof ligt. De Hoge Raad concludeerde dat er geen rechtstreekse en onmiddellijke samenhang is tussen de subsidies voor strategisch onderzoek en de belaste handelingen van het contractonderzoek. Het beroep in cassatie werd ongegrond verklaard, en de Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.