ECLI:NL:HR:2012:BW5357
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van huurovereenkomst en huurprijsverplichting bij niet-bewoonbaar pand
In deze zaak gaat het om de ontbinding van een huurovereenkomst en de vraag of huurprijs verschuldigd is, ondanks dat het gehuurde pand niet geschikt was voor bewoning. De Hoge Raad behandelt een cassatieberoep van [eiser] c.s. tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. De feiten zijn als volgt: [verweerster] is eigenares van een pand in Amsterdam, waarvan de begane grond als pizzeria wordt gebruikt. De bovenverdiepingen zijn verhuurd aan [eiser] c.s. voor een huurprijs van € 3.000 per maand. Bij het aangaan van de huurovereenkomst was het pand echter niet geschikt voor bewoning. Partijen kwamen overeen dat [verweerster] de buitenkant van het pand zou herstellen, terwijl [eiser] c.s. de binnenkant zouden opknappen.
[verweerster] vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming, stellende dat de werkzaamheden aan de buitenzijde van het pand op 11 augustus 2006 waren afgerond en dat [eiser] c.s. vanaf dat moment huur verschuldigd waren. [eiser] c.s. voerden aan dat de huurbetalingsverplichting pas ingaat wanneer het pand geschikt is voor bewoning. De kantonrechter oordeelde dat [eiser] c.s. vanaf september 2006 huur verschuldigd waren, en het hof bekrachtigde dit vonnis.
De Hoge Raad oordeelt dat de huurprijs in beginsel verschuldigd is vanaf het moment dat de verhuurder het gehuurde aan de huurder in gebruik heeft verstrekt, tenzij anders is overeengekomen. Het hof heeft terecht geoordeeld dat [eiser] c.s. in beginsel vanaf september 2006 huur verschuldigd zijn, en dat zij de bewijslast dragen voor hun verweer dat de huur pas verschuldigd is na het geschikt maken van het pand. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie.