ECLI:NL:HR:2012:BW5177
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- J. Wortel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de strafoplegging in een Antilliaanse zaak met betrekking tot het tijdsverloop
In deze zaak, die voor de Hoge Raad der Nederlanden is gebracht, betreft het een beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De zaak is geregistreerd onder nummer H 35/2008 en betreft een strafzaak tegen een verdachte die geboren is in 1973 en woonachtig is in een niet gespecificeerde plaats. Het beroep is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. C. Wendenburg, advocaat te Maastricht. De advocaat heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging. De Hoge Raad heeft op 15 mei 2012 uitspraak gedaan en heeft de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf verminderd. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof verzuimd heeft om een met redenen omklede beslissing te geven op het verweer van de verdachte dat rekening gehouden moest worden met het tijdsverloop. Dit tijdsverloop, dat meer dan vier jaar beslaat, heeft geleid tot een schending van het beginsel van berechting binnen een redelijke termijn, zoals vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De straf is verminderd tot zeventien maanden en één week, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De overige middelen in cassatie zijn verworpen, omdat deze niet tot cassatie konden leiden. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.