ECLI:NL:HR:2012:BW5166
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ne bis in idem-beginsel en kwalificatie van poging tot doodslag en zware mishandeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 mei 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was eerder disciplinair gestraft en werd nu vervolgd voor poging tot doodslag en zware mishandeling. De Hoge Raad verduidelijkte de maatstaf voor de toepassing van artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht, dat het ne bis in idem-beginsel regelt. De Hoge Raad oordeelde dat de disciplinaire straf niet gelijkgesteld kan worden aan een strafrechtelijke vervolging, waardoor de vervolging van de verdachte niet in strijd was met het ne bis in idem-beginsel. De Hoge Raad bevestigde dat de gedragingen van de verdachte, waaronder het steken met een mes en het gooien van een gebroken fles, voldoende waren om opzet op zwaar lichamelijk letsel aan te nemen. De Hoge Raad verbeterde de kwalificatie van de feiten, waarbij de poging tot doodslag werd herzien naar poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd. De straf werd verminderd tot een jaar en elf maanden, waarbij de Hoge Raad de eerdere uitspraak van het Hof vernietigde, maar de veroordeling voor het overige handhaafde.