ECLI:NL:HR:2012:BW5001
Hoge Raad
- Cassatie
- J. de Hullu
- B.C. de Savornin Lohman
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 11 oktober 2010 werd gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1985. De verdachte heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. J. Boksem, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De schriftuur met het middel is aan het arrest gehecht en maakt daar deel van uit. De Advocaat-Generaal, Silvis, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft op 8 mei 2012 uitspraak gedaan. In de beoordeling van het middel is vastgesteld dat het middel niet kan leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 RO, er geen nadere motivering nodig is, omdat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. De uitspraak is gedaan in het kader van het strafrecht en betreft een belangrijke stap in de rechtsgang van de verdachte.