ECLI:NL:HR:2012:BW4992
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- A.H.T. Heisterkamp
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Verjaring van vordering uit consumentenkoop en kredietovereenkomst
In deze zaak gaat het om de verjaring van een vordering die voortvloeit uit een consumentenkoop en een daaraan gekoppelde kredietovereenkomst. [Eiser] heeft op 11 september 1998 een auto gekocht van Autobedrijf [A] voor € 8.200,44, waarbij hij een deel van de koopsom financierde via Defam Financieringen B.V. [Eiser] heeft in totaal € 5.853,56 aan Defam betaald, maar is op 23 juli 2002 in staat van faillissement verklaard. Na de opheffing van het faillissement in mei 2005 heeft [eiser] in december 2006 Defam verzocht om de restant schuld kwijt te schelden. Defam heeft vervolgens in mei 2008 een dagvaarding uitgebracht om betaling te vorderen.
De kantonrechter heeft het beroep op verjaring verworpen, oordelend dat de korte verjaringstermijn van twee jaar voor consumentenkoop niet van toepassing was, omdat [eiser] de auto in het kader van zijn eenmanszaak had gekocht. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd, maar op andere gronden. Het hof oordeelde dat de vordering van Defam voortvloeit uit de kredietovereenkomst en niet uit de koopovereenkomst, waardoor de verjaringstermijn van art. 7:28 BW niet van toepassing was.
De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelt dat het hof niet heeft onderzocht of de kredietovereenkomst moet worden aangemerkt als een overeenkomst die nauw samenhangt met de koopovereenkomst. Dit is van belang voor de toepassing van de verjaringstermijn. De Hoge Raad veroordeelt Defam in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 463,11 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.