ECLI:NL:HR:2012:BW4988
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- C.A. Streefkerk
- M.A. Loth
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over echtscheiding en alimentatiebehoefte van de vrouw
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 juni 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een echtscheiding en de alimentatiebehoefte van de vrouw. De man, verzoeker tot cassatie, had beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te Arnhem, die op 5 juli 2011 was gegeven. De vrouw, verweerder in cassatie, had verzocht het beroep te verwerpen. De advocaat-generaal E.M. Wesseling-van Gent had geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De man had hierop gereageerd met een brief op 11 mei 2012.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat bepaalt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de beschikking van het gerechtshof bevestigd en het beroep verworpen.
Deze uitspraak is van belang voor de rechtsontwikkeling op het gebied van alimentatie en echtscheiding, en benadrukt de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van de rechtszekerheid en het rechtsgelijkheidsbeginsel. De beslissing is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, wat de transparantie van de rechtspraak onderstreept.