ECLI:NL:HR:2012:BW4978

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/02136
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overbrenging van onder voorlopige voogdij geplaatst kind in strijd met gezagsrecht ouders?

In deze zaak gaat het om de overbrenging van een kind dat onder voorlopige voogdij is geplaatst, en de vraag of dit in strijd is met het gezagsrecht van de ouders. De Hoge Raad heeft op 15 juni 2012 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure, die is ingeleid door verzoekster, wonende in Ierland, die beroep in cassatie heeft ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te Amsterdam. De beschikking van het hof was eerder gegeven op 19 april 2011 en was het resultaat van een procedure die begon met een beschikking van de rechtbank Amsterdam op 16 september 2010. De Hoge Raad verwijst naar deze eerdere beschikkingen voor het verloop van het geding in feitelijke instanties. Bureau Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming hebben geen verweerschrift ingediend, terwijl de verweerder in cassatie heeft verzocht om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren of althans te verwerpen. De Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de advocaat van verzoekster heeft hierop gereageerd. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat verdere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.

Uitspraak

15 juni 2012
Eerste Kamer
11/02136
TT/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te [woonplaats], Ierland,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. J. Groen,
t e g e n
BUREAU JEUGDZORG, AGGLOMERATIE AMSTERDAM,
gevestigd te Diemen,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen,
RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING, REGIO AMSTERDAM EN GOOI- EN VECHTSTREEK,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen,
e n t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
BELANGHEBBENDE in cassatie,
advocaat: mr. P.C.M. van Schijndel.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoekster], Bureau Jeugdzorg, de Raad en [verweerder].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak FA RK 10-5710 van de rechtbank Amsterdam van 16 september 2010;
b. de beschikking in de zaak 200.074.477/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 19 april 2011.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft [verzoekster] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
Bureau Jeugdzorg en de Raad hebben geen verweerschrift ingediend. [Verweerder] heeft verzocht het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, althans te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping met toepassing van art. 81 RO.
De advocaat van [verzoekster] heeft bij brief van 8 mei 2012 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.A. Streefkerk en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 15 juni 2012.