ECLI:NL:HR:2012:BW4899
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- A.H.T. Heisterkamp
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vordering tot nakoming van een overeenkomst en bewijslastverdeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 juni 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een vordering tot nakoming van een overeenkomst. De eiser, handelend onder de naam [A], had beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof te Arnhem. De verweersters, die gezamenlijk als [verweerder] c.s. werden aangeduid, hadden voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die aan deze zaak ten grondslag lagen, waaronder vonnissen van de rechtbank Arnhem en arresten van het gerechtshof te Arnhem. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de eiser niet tot cassatie konden leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekte tot verwerping van het principale beroep, en de Hoge Raad volgde deze conclusie. De Hoge Raad verwerpt het principale beroep en veroordeelt de eiser in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 771,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.B. Bakels, W.D.H. Asser, A.H.T. Heisterkamp en openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.