Uitspraak
gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 11 maart 2011, nr. 10/248, betreffende een van X te Z ingehouden bedrag aan loonbelasting.
ECLI:NL:HR:2012:BW4112
Hoge Raad
- Cassatie
- H. Beukenhorst
- M. de Vries
- P. van der Meer
- Rechtspraak.nl
AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof te 's-Hertogenbosch inzake loonbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 april 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die op 11 maart 2011 was gedaan in de zaak met nummer 10/248. De kwestie betrof een bedrag aan loonbelasting dat door de Staatssecretaris van Financiën was ingehouden op een van X te Z. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is van belang voor de interpretatie van belastingwetgeving en de bevoegdheden van de Staatssecretaris in het kader van loonbelasting. De Hoge Raad heeft in zijn overwegingen de relevante juridische termen en principes uiteengezet die van toepassing zijn op deze zaak, en heeft daarbij ook verwezen naar een eerder arrest, 11/01873, dat in samenhang met deze zaak moet worden bekeken. De uitspraak van de Hoge Raad biedt duidelijkheid over de rechtspositie van belastingplichtigen en de verantwoordelijkheden van de belastingautoriteiten.