ECLI:NL:HR:2012:BW4003

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/05681
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontheffing uit ouderlijke macht in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 juni 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de ontheffing uit de ouderlijke macht. De moeder, verzoekster tot cassatie, had beroep ingesteld tegen een beschikking van het Gerechtshof te Leeuwarden. De zaak was eerder behandeld door de rechtbank Assen, waar verschillende beschikkingen waren gegeven in de zaken 84627/FA RK 11-223 en 85534/FA RK 11-696. De moeder was in deze procedure vertegenwoordigd door haar advocaat, aanvankelijk mr. P. Garretsen en later mr. K. Aantjes. De verweerders in cassatie, de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Groningen en Drenthe, en William Schrikker Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, waren niet verschenen.

De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar de eerdere beschikkingen en concludeert dat de klachten die in de middelen zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het beroep.

Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de moeder, waarmee de beschikking van het hof in stand blijft. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven, die samen met de andere raadsheren F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion de beschikking heeft gegeven.

Uitspraak

15 juni 2012
Eerste Kamer
11/05681
TT/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De moeder],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. P. Garretsen, thans mr. K. Aantjes,
t e g e n
1. DE RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING, REGIO GRONINGEN EN DRENTHE, LOCATIE GRONINGEN,
gevestigd te Groningen,
2. WILLIAM SCHRIKKER JEUGDBESCHERMING EN JEUGDRECLASSERING,
gevestigd te Diemen,
VERWEERDERS in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de moeder, de Raad en WSJ.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikkingen in de zaken 84627/ FA RK 11-223 en 85534 / FA RK 11-696 van de rechtbank Assen van 2 maart 2011 en 26 april 2011;
b. de beschikking in de zaken 200.088.357 en 200.091.203 van het Gerechtshof te Leeuwarden van 27 september 2011.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de moeder beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Raad en WSJ hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 15 juni 2012.